Aziatisch eten

Het zal zo’n 24 jaar geleden zijn. Het oude toneelhuis van Theater Carré was of werd gesloopt, maar om toch voorstellingen te kunnen blijven geven werden er piste-voorstellingen geprogrammeerd. Aan de voorkant van Carré (Amstelzijde) waren pontons in het water tussen de sluismuren gelegd, met daarop 2 verdiepingen zogenaamde ‘portacabins’. Een soort veredelde bouwketen die, aan elkaar gekoppeld, een soort gebouwtje vormen. Het geheel was verbonden met het theater d.m.v. een loopbrug over de weg heen. Dat geheel deed toentertijd dienst als kleedkamers en artiestenfoyer. De pontons waren rondom ruim een halve groter dan het gebouwtje zodat er een soort gangboord was ontstaan, als ware het een schip. Gelegen op het zuidwesten scheen daar volop de zon, zodat wij ’s middags, tijdens de lunchpauze, daar heerlijk konden zitten, op ons ’terras’ aan de Amstel. Tijdens het eten van onze boterhammetje gooiden we dan graag een hengeltje uit en vingen toch regelmatig een paar vissen. Voorns, brasems, witvis en andere drolbaarsjes, het zat er allemaal.
Nu wil het geval dat in die periode het Koreaans Staatscircus optrad in Carré, in de piste uiteraard. De medewerkers van dat circus sliepen in een hotel, maar de rest van de dag bivakkeerden ze in het theater en in dat kleedkamercomplexje op het water. Ook eten deden ze daar, vanwege hun bijzondere, Aziatische eetgewoonten en smaken. Ze kookten zelf op een paar wokbranders die daar speciaal waren neergezet en regelmatig stegen heerlijke geuren op vanuit de ‘kombuis’.
Op een dag gebeurde dat weer, terwijl wij zaten te vissen, ondertussen smikkelend van ons Hollands broodje kaas. Het was prachtig weer, dus alle ramen stonden open. We hoorden de Koreanen binnen in de weer met potten en pannen en het duurde niet lang of daar waren de lekkere geuren weer. Een paar Koreanen hingen, in afwachting van hun eten, uit het raam en zagen ons de nodige visjes uit het water hijsen én, tot hun grote verbazing, ook weer terug gooien. Hun gesprekken met elkaar werden steeds luider en ze raakten duidelijk zeer enthousiast.
Op zeker moment had een collega van mij weer beet en haalde een flinke brasem boven. De Koreanen riepen en gebaarden naar de vis en zonder het beestje van de haak te halen draaide mijn collega zich met hengel en al om naar de Aziaten om hun de vis te laten zien. Deze aarzelden geen moment, haalden de vis van de haak en namen hem mee naar binnen. Daar werd van heen en weer geroepen en nog voor wij van onze verbazing waren bekomen hoorden we luid en duidelijk het hakkende geluid van een slagersbijl op een hakblok.
Wat bleek: zo snel als alleen Aziatische mensen dat kunnen was de vis van het leven beroofd, schoongemaakt en in mootjes gehakt. Vervolgens werden deze stukjes vis geroerbakt en door de rijst geschept.
Onze lunchhobby was in no time verwerkt tot Koreaans/Aziatisch eten!

Aan bovenstaand verhaal moest ik denken toen ik van de week Rob Geus, van het programma ‘Smaakpolitie’ weer eens een chinees restaurant zag binnenstappen.
“Man, man, man, man, man………..”